03 apr Participatie
De Omgevingswet zorgt ervoor dat burgers en initiatiefnemers meer betrokken worden bij de besluitvorming, doordat er meer ruimte is voor initiatieven. Uitgangspunt is dat de overheid niet zozeer kijkt naar de regels, maar meedenkt met de initiatiefnemers. De gedachtegang van de overheid verandert van ‘’nee, tenzij’’ naar ‘’ja, mits’’. Alle belangen dienen in een vroeg stadium van de besluitvormingsprocedure in beeld worden gebracht en worden afgewogen.
Om de Omgevingswet succesvol te maken is een gedragsverandering vereist van overheden, burgers en bedrijven. De overheid moet openstaan voor initiatieven van burgers en met een open blik naar de leefomgeving kijken in zijn geheel. De Omgevingswet daagt burgers, bedrijven en andere organisaties uit om actief ideeën aan te dragen voor het ontwikkelen en verbeteren van de leefomgeving.
Actieve burgers bestaan nu vooral uit vijftigplussers en zijn hoogopgeleid. In de Omgevingswet wordt ervan uitgegaan dat iedere burger zijn handelen afstemt op de doelen die de Omgevingswet wil bereiken. Dit is een grote uitdaging. Hoe zorg je ervoor dat burgers de doelen van de Omgevingswet als eigen doelstellingen zien? Gerichte en duidelijke communicatie is belangrijk om deze doelstellingen te laten slagen. In vele voorbeelden van een goede samenwerking tussen de overheid en burgers valt het op dat de jeugd (12-17) en jongvolwassenen (18-30) hierbij vrijwel niet zijn betrokken. Door deze groepen mee te laten denken tijdens de besluitvorming wordt beleid beter afgestemd op deze doelgroepen. Het is belangrijk om jongeren te laten ervaren dat ook zij een bijdrage kunnen leveren aan het proces.
Dit is een interdisciplinair onderzoek, waarbij het vraagstuk enerzijds juridisch is en anderzijds te maken heeft met communicatie. Er wordt onderzoek gedaan naar welke veranderingen er komen voor burgers en gemeenten met de invoering van de Omgevingswet op het gebied van participatie. Daarnaast wordt er onderzoek gedaan naar een succesvolle manier om de doelgroep jong volwassenen (18 t/m 30 jaar) te benaderen, zodat zij zich betrokken voelen en zelf initiatieven nemen voor de invulling van de fysieke leefomgeving.
Geen reactie's