Bestuurlijke afwegingsruimte

Een van de doelstellingen van de Omgevingswet is bestuurlijke afwegingsruimte. Onder de Omgevingswet ontstaat voor overheden meer ruimte om eigen afwegingen te maken over activiteiten in de leefomgeving. Wat een wenselijke kwaliteit is, varieert per gebied. Rotterdam is niet hetzelfde als Delfzijl en Boxtel niet hetzelfde als Apeldoorn.

 

Er is behoefte aan maatwerk en daarom wordt de afwegingsruimte voor lokale overheden vergroot. Ze kunnen bijvoorbeeld vaker binnen een bandbreedte soepeler of strengere normen hanteren. Maar wat zijn de bandbreedten in de wet? Hoe ervaren gemeenten dit die hiermee experimenteren (in bestemmingsplannen met verbrede reikwijdte) op het gebied van milieu? Hoe kijkt de Raad van State aan tegen deze bevoegdheid en hoe wordt er getoetst?

Gerelateerde onderzoeken